Stereolithografie (SLA) is de meest gebruikte rapid prototyping-technologie. Het kan zeer nauwkeurige en gedetailleerde polymeeronderdelen produceren. Het was het eerste rapid prototyping-proces, geïntroduceerd in 1988 door 3D Systems, Inc., gebaseerd op het werk van uitvinder Charles Hull. Het maakt gebruik van een laagvermogen, zeer gerichte UV-laser om opeenvolgende dwarsdoorsneden van een driedimensionaal object in een vat met vloeibaar, lichtgevoelig polymeer te traceren. Terwijl de laser de laag traceert, stolt het polymeer en blijven de overtollige gebieden als vloeistof achter. Wanneer een laag klaar is, wordt een egalisatieblad over het oppervlak bewogen om het glad te maken voordat de volgende laag wordt aangebracht. Het platform wordt neergelaten over een afstand gelijk aan de laagdikte (typisch 0,003-0,002 inch), en een volgende laag wordt gevormd bovenop de eerder voltooide lagen. Dit proces van traceren en gladmaken wordt herhaald totdat de constructie voltooid is. Eenmaal voltooid, wordt het onderdeel boven het vat geheven en afgevoerd. Overtollig polymeer wordt van de oppervlakken afgeveegd of weggespoeld. In veel gevallen vindt een definitieve uitharding plaats door het onderdeel in een UV-oven te plaatsen. Na de laatste uitharding worden de steunen van het onderdeel afgesneden en worden de oppervlakken gepolijst, geschuurd of anderszins afgewerkt.